GODS ECONOMIE EN UITDELING (1)

 

Schriftlezing: Gn. 1:26-27; Joh. 1:14, 18, 29: 3:5-6, 14; 12:24, 31; Rom. 8:2, 4, 6b, 10-11, 13, 16¬17, 23; 12:2; 1 Kor. 15:44-45; 2 Kor. 3:17-18: Ef. 1:9-11; 2:21-22; 3:9-11, 17-19; Fil. 3:21; 1 Tim. 3:15-16; 1 Joh. 3:2; Op. 4:11; 21:1-22:5

 

GODS ECONOMIE (BEDELING)

 

In Efeziërs 1:9-11 en 3:9-11 wordt de uitdrukking 'Gods economie' gebruikt. In de verleden eeuwigheid had God een welbehagen, een hartsverlangen. Volgens dit verlangen heeft God een voornemen. Dit voornemen had Hij verborgen in Zichzelf, en was dus een verborgen voornemen. Dit verborgen voornemen werd Zijn economie. Zo kunnen we spreken van een bedeling (de economie) van de verborgenheid. Deze verborgenheid was eeuwenlang verborgen in God, maar is inmiddels – ter wille van ons – aan het licht gebracht.

 

Gods economie (bedeling) is volgens Zijn welbehagen, dat Hij in Zichzelf heeft voorgenomen (Ef. 1:9). Verder is deze economie volgens Zijn eeuwig voornemen, dat Hij in Christus heeft gemaakt (3:11). Zij maakt ons de verborgenheid van Gods wil bekend, die eeuwenlang verborgen was in God, die alle dingen schiep (1:9a; 3:9). Uiteindelijk zal zij uitmonden in het feit, dat alle dingen in Christus onder één hoofd gebracht zullen worden in de volheid der tijden (1:10), zodat de veelvoudige wijsheid Gods bekend gemaakt zou worden aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten (3:10).

 

Vandaag hebben we nog steeds niet gezien, dat alle dingen – in Christus – onder één hoofd gebracht zijn. Er is geen eenheid onder de mensen, tussen de rassen en onder de volkeren. Maar prijs de Heer, wij die gered zijn in het Lichaam van Christus, door onze bereidwilligheid om onder één hoofd gebracht te worden in het gemeenteleven, door onze groei in het leven en onze wandel in Zijn licht.

 

Voor de uitvoering van Gods economie en Zijn uitdeling, is God allereerst vlees geworden, om een mens te zijn. Deze wonderbaarlijke Godmens leefde drieëndertig en een half jaar op deze aarde. Vervolgens volbracht Hij de verlossing voor ons aan het kruis. Door Zijn dood en opstanding werd Hij de allesomvattende leven-gevende Geest. Nu zal Hij bij een ieder binnenkomen die Zijn naam aanroept, om hun leven te zijn. Deze allesomvattende Geest is de voleinding van de Drie-enige God. Als zodanig, bevat Hij alle rijkdommen der goddelijkheid en alle deugden der menselijkheid. Hoe meer we Hem aanroepen en ervaren, hoe meer we Zijn element zullen ontvangen. Dan zullen we spontaan een leven van liefde, licht, heiligheid en rechtvaardigheid leiden. Verder zullen we gered worden van het universele verval in de dood en de duisternis, die werden veroorzaakt door de rebellie van zowel de engelen als de mens. Dan zullen we deelhebben aan alles wat zich in Christus, het Hoofd, bevindt.

 

Volgens de leer van Paulus, hoeven christenen geen aandacht te schenken aan de uiterlijke zegeningen en vrede. In plaats daarvan, moeten zij hun aandacht richten op de God die in hen woont. God heeft Zichzelf al in ons geplaatst. Bovendien deelt Hij Zichzelf dagelijks in ons uit. Soms geven wij Hem echter geen gelegenheid, om dit te doen. Hoewel Hij ertoe bereid is Zichzelf in ons uit te delen, kan Hij desondanks niet in ons doorbreken. Als dit het geval is, dan zullen wij niet groeien en als christen, zullen we gemakkelijk terug kunnen vallen. Wanneer we uiteindelijk in de moeilijkheden komen, worden we misschien weer tot leven gewekt. Maar we moeten niet op dergelijke moeilijkheden wachten, voordat we ons laten opwekken. We moeten dagelijks een opgewekt leven leiden. Het leven van een christen moet elke vierentwintig uur een nieuwe dageraad, een nieuwe opwekking en een nieuw begin ervaren. Zo heeft God de wetten van de natuur gemaakt: elke vierentwintig uur een nieuwe dageraad. De dageraad brengt alle levende schepselen een nieuw begin en nieuwe zonneschijn. Zo moet het ook zijn met het leven van elke christen. Elke morgen moeten we een opwekking en een nieuwe dageraad ervaren. Wanneer we 's ochtends vroeg opstaan, om de Heer te beroeren en zodoende een zekere mate van opwekking ervaren, stellen we de Heer in de gelegenheid, om Zichzelf in ons uit te delen.

 

GODS ECONOMIE (BEDELING) IN HET OUDE TESTAMENT

 

In het Oude Testament zien we dat God alle dingen schiep. Gods schepping staat in verband met Zijn wil. God schiep alles volgens Zijn wil (Op. 4:11). Genesis 1:26-27 zegt, dat God de mens naar Zijn beeld schiep, opdat de mens Hem tot uitdrukking zou brengen en Hem zou vertegenwoordigen. Aan het einde van Genesis verwierf God Jakob en Jozef als Zijn uitdrukking en vertegenwoordiging. Jakob was sluw, hij was iemand die alles voor zichzelf wilde houden. Maar nadat God hem vele jaren onder handen genomen en getransformeerd had, werd de oude Jakob Israël, de prins van God. Aan het eind van Exodus had God het volk Israël verworven, dat opgebouwd werd om Zijn beweegbare woning, Zijn tabernakel op aarde te zijn, voor de uitdrukking van Zijn heerlijkheid.

 

Ten tijde van David en Salomo verwierf God Zijn permanente woning op aarde – namelijk de tempel – voor de volle uitdrukking van Zijn heerlijkheid. Enerzijds was de tempel innerlijk met God gevuld, en anderzijds bracht hij Hem tot uitdrukking. Later werd de tempel vernietigd door Gods vijand. Maar aan het eind van het Oude Testament werd hij herbouwd en bleef hij Gods woning voor de uitdrukking van Zijn heerlijkheid op aarde, tot aan het begin van het Nieuwe Testament.

 

GODS ECONOMIE (BEDELING) IN HET NIEUWE TESTAMENT

 

In het Nieuwe Testament is de Here Jezus gekomen. Hij was de belichaming van God, alsook Gods tabernakel op aarde. Door Hem kon God op aarde wonen en Zichzelf tot uitdrukking brengen (Joh. 1:14, 18). Drieëndertig en een half jaar leefde Hij een menselijk leven op aarde. Daarna werd Zijn vlees gekruisigd en stond Hij vervolgens op, om de leven-gevende Geest te worden. Na Zijn opstanding beval Hij Zijn discipelen, om alle volken tot Zijn discipelen te maken, hen dopend in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest (Mt. 28:19), dat wil zeggen, om de gelovigen in een organische eenheid te brengen met de door een proces gegane Drie-enige God. Hierdoor deelt God Zichzelf in Zijn gelovigen uit, om hen tot de gemeente te formeren. Deze gemeente is het huis van God, Gods tabernakel, de tempel Gods als de uitdrukking van Zijn volheid, om de veelvoudige wijsheid van God bekend te maken aan Zijn vijand (Ef. 2:21-22; 3:17-19; 1 Tim. 3:15–16; Ef. 3:10).

 

Maar vandaag hebben we dat nog niet bereikt. Veel mensen leven eenvoudig niet in de geest, om God in de gelegenheid te stellen Zichzelf in hen uit te delen. In plaats daarvan leven zij in hun ziel en zijn zijzelf het middelpunt en hun eigen heer. Om deze reden moeten wij de broeders en zusters helpen, zodat zij het element van Christus dagelijks in hen laten toenemen. Uiteindelijk zullen wij, de verloste, wedergeboren, en getransformeerde heiligen, bereid zijn om de bruid en de tegenhanger van Christus te zijn. Doordat wij deelhebben aan de rijkdommen van Christus' leven en natuur zullen wij het Nieuwe Jeruzalem worden als de voleinding van Christus en de gemeente. Het Nieuwe Jeruzalem zal tot in eeuwigheid de tabernakel voor Gods woning, en de tempel voor de woning van de heiligen zijn. Het Nieuwe Jeruzalem zal de ultieme en volledige uitdrukking van de door een proces gegane Drie-enige God zijn, die niet alleen samengevoegd, maar tevens vermengd is met Zijn wedergeboren, getransformeerde en verheerlijkte driedelige heiligen (Op. 21:1–22:5). Dan zullen alle dingen onder één hoofd samengebracht worden in Christus, en er zal vrede en harmonie zijn.

 

Witness Lee,

The Economy and Dispensing of God

 

Wilt u meer van deze bediening lezen, ga dan naar de boeken van: Watchman Nee of Witness Lee.

 

Bent u op zoek naar contact of heeft u vragen, ga dan naar onze Contact pagina.

 

Vorige / Volgende